Erkenning als streektaal
Sinds begin 1997 wordt de Limburgse taal door de Nederlandse en de provinciale overheid officieel erkend als streektaal. Die erkenning sluit aan bij Het Handvest nr. 148 van de Raad van Europa dat de bescherming beoogt van historische streektalen of talen van minderheden in Europa als bijdrage aan de instandhouding en ontwikkeling van culturele rijkdom en tradities. De erkenning van het Limburgs valt onder Deel II van het Handvest waarin de algemene principes geregeld zijn die onder andere betrekking hebben op bevorderen en vergemakkelijken van het gebruik van de taal, passende middelen voor onderwijs in en bestudering van de taal en de erkenning van de taal als een uiting van culturele rijkdom. Die principes zijn onder Deel II vooral van symbolische aard. Nederland heeft enkel voor de Friese taal ook Deel III van het Handvest ondertekend, waarmee de verplichting tot actieve bevordering van die taal in onderwijs, bestuur, rechtspraak en overheidsdiensten geregeld is.
Belangrijke rol Veldeke
Dialectvereniging Veldeke heeft een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van de erkenning van het Limburgs als streektaal. Een voorbereidingscommissie die onder auspiciën van Veldeke opereerde, heeft alle argumenten die pleiten voor erkenning verzameld en op schrift gesteld. Aanvankelijk zou die commissie ook de aanvraag voor erkenning bij de regering indienen maar omdat Den Haag enkele een aanvraag van het Limburgse provinciebestuur aanvaardde, is die uiteindelijk in samenspraak met Veldeke ingediend door het toenmalige provinciaal bestuur. U kunt de volledige tekst van de aanvraag voor erkenning uit 1996 hier inzien. Die erkenning verliep overigens niet zonder slag of stoot. In Limburg was er weliswaar weinig onenigheid over het nut daarvan maar in Haagse kringen en landelijke media bestond er de nodige scepsis en de Nederlandse Taalunie adviseerde negatief over de aanvraag met als argument dat het Limburgs een dialect van het Nederlands was en geen op zichzelf staande taal.
Gevolgen van de erkenning
Al werd de erkenning onder Deel II van het Handvest aanvankelijk gezien als een opstap naar een verdergaande erkenning onder Deel III, vervolgstappen in die richting zijn er tot nu toe niet van gekomen. Ook de implementatie van genoemde principes van het Handvest kwamen niet eenvoudig van de grond. Het pleidooi voor een leerstoel Limburgkunde aan de Maastrichtse universiteit, dat al in 1996 weerklonk, heeft uiteindelijk pas in 2011 geleid tot een professoraat voor Taalcultuur in Limburg, dat sedertdien wordt ingevuld door Leonie Cornips. Ook de aanstelling van een streektaalfunctionaris door de provincie heeft tot het jaar 2000 op zich laten wachten. Maar los daarvan is de erkenning als streektaal niet geheel vrijblijvend. Zo vloeit daar onder meer de verplichting uit voort tot een driejaarlijkse verantwoording aan een commissie van experts van de Raad van Europa.
Belgisch Limburg
De totstandkoming van de erkenning van de Limburgse taal als streektaal is uitvoerig gedocumenteerd in het proefschrift van de Belg Rob Belemans onder de titel: Taal of tongval?, de gespleten Limburgse kus, oraal erfgoed en taalpolitiek, Brussel 2009. Uit de titel wordt tevens duidelijk dat de Belgische regering de taal die in Belgisch Limburg gesproken wordt, nog niet als streektaal erkend heeft.
Convenant erkenning als regionale taal
In november 2019 is een convenant ondertekend door de rijksoverheid en de provincie Limburg waarin het Limburgs officieel erkend werd als regionale taal. In dat convenant spreken beide overheden de ambitie uit te streven naar een gemeenschappelijke visie op de waarde en de positie van de Limburgse taal. Ook wordt een aantal aandachtsgebieden genoemd waarbinnen die gezamenlijke visie gestalte moet krijgen.
Partijen spannen zich, voor zover dat in hun vermogen ligt, in en werken samen om het Limburgs als regionale taal in Nederland te behouden, het gebruik te bevorderen en de positie van het Limburgs te stimuleren, overigens zonder daarbij sprake is van de totstandkoming van nieuwe wet- en regelgeving of extra financiering. Voor een belangrijk deel is het convenant een bevestiging van eerder impliciet bestaande condities.
Erkend wordt verder dat het Limburgs als regionale taal van wezenlijk belang is voor de beleving en het uitdragen van de Limburgse cultuur en identiteit en dat de Limburgse taal alle domeinen van het dagelijks leven in Limburg raakt. Ook wordt nog eens expliciet vermeld dat Limburgs als voertaal is toegestaan in de kinderopvang en het primaire onderwijs en dat het Limburgs in het voortgezet onderwijs in aanvulling op de verplichte lesstof kan worden aangeboden. Als u de volledige tekst van het convenant wil lezen kunt u die hier bekijken.
Erkenning Europees Handvest Deel III
Op vrijdag 5 april 2024 nam het Limburgs Parlement een motie aan waarin het provinciebestuur wordt opgeroepen om te onderzoeken hoe het Limburgs dezelfde beschermde status als het Fries kan krijgen en welke kosten dat met zich meebrengt. Dit gebeurde mede naar aanleiding van een officieel advies van de Raod veur ’t Limburgs, dat door een groot aantal Limburgse taalpartijen, waaronder ook Veldeke Limburg, werd onderschreven.
Waarom vindt Veldeke het goed dat de Provincie gaat onderzoeken wat de meerwaarde is van erkenning onder het zogenaamde Deel III van het Europees Handvest voor Regionale Talen? Ten eerste zou een dergelijke erkenning ervoor kunnen zorgen dat naast de Provincie Limburg ook de Rijksoverheid zich actiever gaan inspannen voor de positie van het Limburgs, zowel qua wetgeving als qua financiële ondersteuning. Ten tweede vinden we het belangrijk dat de Rijksoverheid één lijn trekt in het ondersteunen en versterken van de verschillende regionale talen die Nederland rijk is.
Tegelijkertijd hopen we als Veldeke Limburg dat het onderzoek van de Provincie de aandacht niet te zeer afleidt van de processen en projecten die in de afgelopen jaren al in gang zijn gezet voor de bevordering van het Limburgs. De samenwerking met andere taalpartijen binnen ’t Hoes veur ’t Limburgs begint steeds meer vruchten af te werpen, zeker nu structurele financiering vanuit de Provincie Limburg in zicht is en onderwijsprojecten zoals 3M, LT2 en Zjuulke op steeds meer plekken worden uitgerold. Vanuit Veldeke ondersteunen we onder meer het initiatief van John Tana om workshops op basis- en middelbare scholen te organiseren waarin leerlingen songteksten schrijven in het Limburgs, en het Limburgs sprookjesboek van Linda Gielen.